Biodiversiteitsverdragen

Convention on Biological Diversity

In het verleden was de toegang tot genetische bronnen gewaarborgd. Wilde verwanten en landrassen waren vrij beschikbaar. Door het van kracht worden van de Convention on Biological Diversity (CBD) in 1994 zijn genetische bronnen niet langer vrij beschikbaar. Het verdrag heeft als uitgangspunt dat landen soevereine rechten hebben over de genetische bronnen die zich op hun grondgebied bevinden. Ook regelt het verdrag onder meer dat voor het verzamelen van plantmateriaal toestemming nodig is van de lokale autoriteiten en soms van lokale gemeenschappen.

Nagoya Protocol

De 196 landen die de CBD hebben geratificeerd, hebben lang onderhandeld over een Internationaal Regime on Acces and Benefit Sharing (ABS) om de uitwisseling van genetische bronnen te reguleren. De uitkomst hiervan is het Nagoya Protocol dat in 2014 van kracht werd. Het Nagoya Protocol gaat over toegang tot genetische bronnen (access), het verdelen van de voordelen hiervan (benefit sharing) en het werken in overstemming met de geldende wet-en regelgeving (compliance).

Het Nagoya Protocol is in de Europese Unie (EU) geïmplementeerd in Verordening 511/2014. De implementatie van het Nagoya Protocol in de EU is er op gericht om invulling te geven aan compliance door de gebruiker. Deze regelgeving geeft de gebruiker een due diligence (passende zorgvuldigheid) verplichting om aan te tonen dat de genetische bronnen die gebruikt worden rechtmatig verkregen zijn en ook voor het doel van de gebruiker gebruikt mogen worden.

In Nederland is de implementatie vastgelegd in de Wet Implementatie Nagoya Protocol die nadere invulling geeft aan de EU-Verordening op nationaal niveau.

International Treaty on Plant Genetic Resources for Food and Agriculture

De International Treaty on Plant Genetic Resources for Food and Agriculture (IT PGRFA) van de Food and Agriculture Organization (FAO) is het verdrag over het uitwisselen van genetische bronnen voor voedsel en landbouw. Dit verdrag is op 29 juni 2004 van kracht geworden en sluit aan bij de algemene afspraken van de CBD. In de IT PGRFA zijn aanvullende afspraken gemaakt om de uitwisseling van genetische bronnen voor voedsel en landbouw op een eenvoudige en efficiënte manier te laten verlopen. De zogenoemde Standard Material Transfer Agreement (SMTA), waarin geregeld is onder welke condities materiaal verkregen kan worden en hoe benefit sharing geregeld wordt, maakt de uitwisseling in de praktijk mogelijk.

Het gebruik van de SMTA is slechts verplicht voor een beperkt aantal gewassen. Deze lijst staat in de Annex I van de IT PGRFA. De condities van de SMTA worden in sommige gevallen ook voor niet-Annex I gewassen gebruikt, bijvoorbeeld door de Nederlandse genenbank (CGN). Plantum is een voorstander van de SMTA en pleit ervoor dat deze in de toekomst voor alle gewassen kan worden gebruikt.

De IT PGRFA erkent ook de zogenoemde farmers’ rights. Hierbij is het van belang dat de rol van boeren bij het behoud van genetische bronnen en de ontwikkeling van landrassen erkend en gewaardeerd wordt. Invulling aan farmers’ rights moet op de nationale wijze ingevuld worden. De IT PGRFA probeert hierbij echter wel een faciliterende rol te spelen.